Erfgoed van de Week: Nederlandsch Mettray

Door Ria Gresnigt

Pupillen van Mettray voor de smederij

Deze foto uit 1879 toont een aantal leerlingen en hun opleiders voor een smederijwerkplaats. Er wordt duidelijk geposeerd voor de foto, want in plaats van hun werkoverall dragen de jongens en hun begeleiders een net pak. Men heeft er zelfs een paard bijgehaald om zogenaamd te beslaan. Iedereen, inclusief het paard, kijkt naar de fotograaf. Het is echter geen gewone werkplaats maar een werkplaats op het terrein van Nederlandsch Mettray in Eefde. De meeste leerlingen zijn afkomstig uit de grote steden waar ze verwaarloosd rondzwierven en een kommervol en soms crimineel bestaan leidden. Bij Mettray krijgen ze een opleiding en een veilig thuis.

Suringar, de grondlegger van Mettray
Hij die geen lust en takt heeft anderen gelukkig te maken, zal levenslang vruchteloos zoeken naar het middel om zelf gelukkig te zijn. Dat was het motto van de grondlegger van Nederlandsch Mettray, Willem Hendrik Suringar (1790-1872) Deze Amsterdamse wijnhandelaar had in het dorpje Mettray in Frankrijk kennis gemaakt met een landbouwkolonie waar verwaarloosde jongeren werden opgenomen en een vak konden leren. Onder de indruk hiervan besloot Suringar ook in Nederland zo'n kolonie te stichten. Met hulp van notabelen en welgestelden uit zijn omgeving zamelde hij geld in om het landgoed ’t Rijsselt te kopen bij Eefde. Het woonhuis op het landgoed werd verbouwd tot directeurswoning en school. In een carré daaromheen liet Suringar een kerk en woningen voor de jongens bouwen. Zo ontstond in 1851 de landbouwkolonie Nederlandsch Mettray.

Verwaarloosde kinderen
Verwaarloosde en criminele jongeren waren in het begin van de 19e eeuw een groot probleem, vooral in de grote steden. Misstanden in fabrieken, waar ziekte, ongeval en werkeloosheid zonder enige financiële ondersteuning aan de orde van de dag waren, noodzaakten veel ouders om hun kinderen voor hen te laten werken of te laten bedelen. Zo kwamen er onverzorgde, ongeschoolde kinderen zwervend op straat terecht, die ofwel in de criminaliteit belandden, of in de prostitutie, of in de fabrieken. Fabrikanten zagen kinderen graag komen omdat ze goedkoper waren dan volwassenen. Die kinderen stonden soms van 6.00 tot 21.00 uur achter de machines. De regering stelde commissies in, die rapporten maakten waarin de misstanden keer op keer duidelijk werden gemaakt. Evenwel wisten de fabrikanten een verbod op kinderarbeid lang tegen te houden. Pas in 1873 diende de parlementariër Samuel van Houten een wet in waarin kinderarbeid verboden werd voor kinderen onder de twaalf jaar.

Het verschaffen van werk
Veel mensen uit de gegoede burgerij waren van oordeel dat kinderverwaarlozing voortkwam uit een verkeerde manier van leven. Door een goede morele en godsdienstige begeleiding van een arm gezin door een patroon of een patrones zou kinderverwaarlozing uitgebannen kunnen worden, dacht men. Suringar was er echter van overtuigd dat het leren van een vak zeker zo belangrijk was. Vandaar dat de jongens op Nederlandsch Mettray naast een morele heropvoeding ook een beroep konden leren. Zo kregen de jongens de mogelijkheid om ervaring op te doen in de land- en tuinbouw, de metaalbewerking, het timmeren, het schilderen, de schoenmakerij, de kleermakerij, de smederij, de keuken en de bakkerij.

Huiselijkheid en discipline
Op 18 december 1851 kwamen de eerste 48 jongens op Mettray. Ze werden ondergebracht in vier huizen van elk twaalf jongens. Daar kregen ze huiselijkheid en warmte. Voor de jonge jongens was een familiemoeder leider van een paviljoen, voor de ouderen een familievader. De kleding was voor alle jongens identiek: doordeweeks een overall met klompen en op zondag schoenen, een zwarte pet, zwarte broek en een zwarte kiel met koperen knopen. Tucht werd belangrijk gevonden. Een voorbeeld uit 1926: Om 7.00 uur hoornsignaal voor bedden opmaken, wassen en aankleden; 7.30 ontbijt; 8.00 marcheren naar ochtend-appèl en gelijk door naar werkplaats of school. Om 12.00 uur hoornsignaal voor middageten dat in stilte genuttigd wordt. Om 13.00 uur naar school of werkplaats tot 16.30. Van 17.00-19.00 nogmaals naar de werkplaats. Om 19.30 een boterham. Daarna mag er buiten gespeeld worden of in de woonkamer. Daar is er de mogelijkheid om te dammen, schaken, lezen, of om triktrak of domino te spelen. Om 21.15 naar bed.

Het huidige Pluryn
Er zijn in de loop van de jaren talloze kwetsbare jongeren (jongens en meisjes) opgevangen bij Nederlandsch Mettray, nu Pluryn geheten. En hoewel de oude gebouwen verdwenen zijn is de gedachte van Suringar nog springlevend in de huidige opvang van de JeugdzorgPlus-locatie op het terrein van Mettray. Nog steeds wil Pluryn gezinsgericht en kleinschalig werken met de jongeren, waarbij ook opleiding niet vergeten wordt.

Meer informatie is er te vinden in het boek “Nederlandsch Mettray 160 jaar 1851-2011”. Meer foto’s over Nederlandsch Mettray zijn te vinden in de collectie Beeld en geluid.