Erfgoed van de week: Wat doet een archeoloog eigenlijk?

Elke week delen we in deze rubriek een van onze vondsten, van zowel het archief, monumentenzorg, het museum als archeologie. In deze zomerperiode wijken we daar een keer vanaf, namelijk met dit artikel over hoe die archeologische vondsten, opgravingen en verhalen tot stand komen.

We hebben een ‘bodemarchief’, dat wil zeggen archeologische resten die nog in de grond zitten en ‘wachten’ op archeologisch onderzoek. Het bodemarchief is onze onontdekte schatkist. We weten niet hoeveel archeologische resten er nog in zitten. Maar we kunnen wel voorspellen waar in het landschap mensen konden wonen of werken. Wat we dus gebruiken voor deze voorspellingen zijn landschapsreconstructies per archeologische periode.

Midden in een rivier wil niemand wonen. Maar aan de rand van de rivier op de hogere delen, is het juist heel goed toeven. Daar is schoon water, voedsel en uitzicht volop aanwezig. In Oost-Nederland vind je de start van de delta van de grote rivieren. Die liepen voor de aanleg van dijken niet zoals we ze nu kennen rechtdoor en strak getrokken, maar juist kronkelend en dynamisch. Elk jaar had je overstromingen, doorbraken (crevasses) en verleggingen van het water. Daarom legde de rivier ook veel klei, zand en leem op verschillende plekken neer. Ook die zijn weer toepasbaar en ontoepasbaar voor heel veel zaken. Hele lemige klei is niet fijn om op te wonen, maar het is wel heel vruchtbaar voor gewassen.

Bodemlagen

Hoe het landschap er in de verschillende periodes van de geschiedenis uit heeft gezien, reconstrueren we door de bodemlagen in de diepte te bestuderen. We maken daarvoor kleine gaatjes (boringen) en uit de bodemlagen die we daarin zien, kunnen we conclusies trekken over de ouderdom en het ontstaan van die lagen.

Nadat de landschapsreconstructie voor alle periodes klaar is, plakken we al die kaarten op elkaar met de huidige topografie eronder. Alle plekken waar we archeologische resten verwachten en de periodes die we kunnen tegenkomen, staan dan op een ‘Archeologische Verwachtingskaart’. Kijk maar eens op het erfgoedportal bij de knop “Erfgoedkaarten” (de rode button helemaal onderaan deze pagina).

We zetten er natuurlijk ook alle bekende vindplaatsen op. Als je in de binnenstad van Zutphen net iets te diep spit, zit je zeker weten in de archeologie van veel verschillende periodes. Soms valt het dan opeens op, dat bepaalde vindplaatsen of een bepaalde periode vooral voorkomt op bepaalde plekken in een landschap. Bijvoorbeeld de jager-verzamelaars uit het Mesolithicum; de resten van hun kampementen komen in deze buurt voornamelijk voor op zogenaamde ‘paraboolduinen’. Zutphen ligt er ook op. Die waren in die periode de meest droge plekken in een vernattend landschap. Misschien kun je je er in de huidige weersomstandigheden iets bij voorstellen.

Wanneer je nu bijvoorbeeld iets wil bouwen en een vergunning aanvraagt, dan kijken we op de archeologische verwachtingskaart en dan geven we kaders mee voor de ontgraving. Meestal hoeft er niks, maar soms moet de initiatiefnemer rekening houden met archeologen die onderzoek doen voor of tijdens de ontgraving.

Zo vind je dus opeens een zeldzaam kwadrant in een boomplantgat op de markt. Of de sporen van een tiendschuur onder een nieuwe wijk. Je krijgt er vieze handen, maar ook mooie verhalen van.