Erfgoed van de week: High Times in Zutphen

Door Bert Fermin

Zutphen een ingeslapen Hanzestadje? Vergeet het maar! Qua druggebruik blowen we een aardig partijtje mee en de drugscriminaliteit in onze stad is een serieus probleem. Maar hoe zat dat vroeger? En dan bedoel ik écht vroeger. Waren we in de steentijd al stoned bijvoorbeeld?

Een probleem is dat dat natuurlijk lastig aantoonbaar is. De sjamanen uit de steentijd zullen – net als hun historische tegenhangers - ongetwijfeld gebruik gemaakt hebben van vliegenzwammen voor hun spirituele vliegreizen. Een interessante plant is ook de ephedra (“zeedruif”). In Zutphen zijn resten daarvan teruggevonden in een ven vlakbij de skatebaan in Zutphen, daterend van zo’n tien- tot elfduizend jaar geleden. Recreatief gebruik van ephedra wordt al beschreven in teksten van ruim voor het begin van de jaartelling (onder andere onder de naam haoma). Maar ook in de jaren veertig van de vorige eeuw produceerde de Nederlandsche Cocaïnefabriek in (hoe kan het ook anders?) Amsterdam efedrine en in de jaren ’90 was efedrine een populaire partydrug. De euforische werking van dit plantje zal ook de Zutphense jager-verzamelaars niet ontgaan zijn.

Zo’n 7.300 jaar geleden kwamen de eerste boeren vanuit Zuidoost-Europa naar wat nu Nederland is. Ze namen een “total package” aan gewassen mee, waaronder de slaapbol, ook bekend als opiumpapaver. Misschien hielden ze van maanzaadjes op hun broodjes, maar de kans is groter dat de plant geïmporteerd werd vanwege de verdovende werking. Het veelvuldig voorkomen van beeldjes van opium-godinnen in Zuid-Europa laten zien dat de slaapbollen dáár in ieder geval tot spirituele ervaringen leidden. Dat de opium Zutphen nooit bereikt heeft in de late steentijd lijkt erg onwaarschijnlijk.

En de nieuwste theorie van de Poolse professor Kokowski is dat de Germaanse stammen buiten de grenzen van het Romeinse rijk stimulerende middelen gebruikten via kleine bronzen lepeltjes met een ronde kop. Deze lepeltjes behoorden tot de standaarduitrusting van Germaanse soldaten van de 1e tot de 4e eeuw. Aan de Baankstraat, net buiten De Hoven, werd ook een dergelijk lepeltje gevonden, te midden van ander materiaal uit die periode, waaronder militaire gespen. Drugs en oorlog gingen altijd al goed samen, omdat drugs grenzen doen vervagen die je belemmeren in tijden van oorlog. Angst, vermoeidheid en een overdaad aan realiteitsbewustzijn zijn niet handig voor een soldaat in actie. Het bekendste voorbeeld van een drug die speciaal voor soldaten is ontwikkeld, is misschien wel pervetine, tegenwoordig verkrijgbaar als crystal meth. De Duitsers gebruikten het middel om hun Blitzkrieg uit te kunnen voeren (koningin Wilhelmina schijnt trouwens ook een groot liefhebber te zijn geweest). De basis voor dit middel is, jawel, efedrine, oorspronkelijk gewonnen uit de zeedruif, het plantje dat ooit ook in het Zutphense vennetje groeide.