Erfgoed van de week: Circulaire economie

Kloostermoppen (zie foto) zijn bakstenen van groot formaat zoals die in de volle en late middeleeuwen werden gemaakt. In Zutphen werd na een aantal stadsbranden in de 13e en 14e eeuw een bakstenensubsidie ingevoerd, zodat de inwoners van de stad sneller hun huizen zouden “verstenen” en daarmee de kans op brand zouden verkleinen. De kloostermoppen werden ook gebruikt om de stadsmuur mee (uit) te bouwen.

De stadsmuur was van groot belang totdat in 1874 de vestingwet werd opgeheven. De muur werkte niet meer als verdediging tegen verbeterde militaire technieken en belemmerde vooral de stadsgroei. Bij het afbreken van de stadsmuur waren de kloostermoppen echter nog heel goed bruikbaar en ze werden veelvuldig hergebruikt in contemporaine bouw. We komen ze tegen bij heel veel 19e-eeuwse bouwwerken. Zo ook bij de opgraving van houtzaagmolen De Zwaan bij de Noorderhaven. Daar werden ze uit de puinige grond gezeefd (zie foto), maar ook compleet muurwerk kon voorzichtig worden afgebroken.

Het meest circulaire aan dit verhaal is dat we tegenwoordig opnieuw aan hergebruik doen van deze grote bakstenen. Na de documentatie op locatie in de Noorderhaven van het aangetroffen muurwerk en inmeten van de kloostermoppen (zie foto), is de muur afgebroken zodat nieuwbouw kan plaatsvinden. De kloostermoppen zullen opnieuw gebruikt worden… in de stadsmuur. Bij de Armenhage wordt een deel van de stadsmuur gerepareerd en de kloostermoppen die enkele eeuwen dienst hebben gedaan in muurwerk bij de Noorderhaven, worden hiervoor gebruikt. De stenen worden vrijgemaakt van mortel en specie en dan gaan ze terug naar hun originele plek: de stadsmuur.