Erfgoed van de week: Zeldzame ijzeren kokerbijl

Het vorige archeologische Erfgoed van de week ging over vondsten op de Revelhorst. Ter opfrissing: de belangrijkste ontdekking daar is een complete nederzetting uit de vroege / midden ijzertijd. Deze week gaan we verder met de cliffhanger! Een klomp roest waarin al meteen een bijlkop te herkennen was, wordt momenteel schoongemaakt. En wat blijkt: deze bijlkop is inderdaad hol!


Dat zit zo. In de steentijd werden bijlen gemonteerd op een knievormige steel. Toen men in de bronstijd bijlen van brons ging gieten, zagen deze eruit als massieve stenen bijlen, maar dan van brons, gemonteerd op een knievormige steel. Later in de bronstijd bedacht men dat de bijlen hol gegoten konden worden, waarbij de knievormige steel in de holte van de bijl viel. Daardoor spleet de steel minder gauw.
In de ijzertijd werden deze holle kokerbijlen nagemaakt in ijzer. De eerste ijzeren bijlen waren dus hol, totdat men er achter kwam dat het veel makkelijker was om een lap ijzer dubbel te vouwen en bij de snede aan elkaar te meden, waardoor er aan de ander zijde een gat overbleef dat je voor de schachting kon gebruiken.

Maar deze bijl lijkt dus zo’n vroege ijzeren kokerbijl te zijn. Vele malen zeldzamer dan de oudere bronzen kokerbijlen die in de meeste musea wel te bewonderen zijn!