Erfgoed van de week: Glasplatencamera

De verstilde schoonheid en poëzie die fotograaf Lein de Nood in het Zutphense stadsbeeld van ongeveer een eeuw geleden zag, staat in luidruchtig contrast met de drukbevolkte binnenstad van afgelopen (na-)zomer en herfst. Maar stille hoekjes en rustige plekjes zijn er gelukkig nog steeds te vinden. Deze week in Erfgoed van de week delen we graag een paar beelden van deze fotograaf.

Lein de Nood (Vrouwenpolder 1892 – Zutphen 1982) begon zijn levenslange ‘loopbaan’ als amateurfotograaf toen hij 1921 ging werken als waterstaatkundig hoofdambtenaar bij de provincie Gelderland. Vanuit zijn woonplaats Zutphen reisde hij beroepshalve vaak door Oost-Nederland. Dat bood hem volop kansen als landschapsfotograaf. Onovertroffen zijn de straatbeelden van Zutphen bij gaslicht, de Vispoorthaven en de IJssel. Hij had een meesterlijk oog voor compositie en sfeer: “Voor een enkele plaat was ik vaak dagen en nachten achtereen in de weer. Het ging er mij vooral om datgene wat ik in een onderwerp zag, over te brengen.”

Zijn foto’s van vóór de oorlog maakte hij met zijn eerste camera, een Contessa 9x12 met Zeiss-Jena lens/lichtsterkte 2. Met deze glasplatencamera verzamelde hij veel basismateriaal voor een specialiteit, waarmee hij pijlsnel grote successen behaalde: broomverfdrukken. Hij exposeerde zelfs internationaal: in Warschau, Brussel, Antwerpen en Londen. In 1923 was hij medeoprichter van de Zutphense Amateurfotografenvereniging ‘De Zutphense’, waarvan hij 20 jaar voorzitter was en 25 jaar lid bleef. De Nood hielp bij de oprichting van talloze fotoclubs in de omgeving van Zutphen.