Erfgoed van de week: Een middeleeuwse waterput in Warnsveld

Deze week aandacht voor een onverwachte vondst in Warnsveld! Ter hoogte van de Kremerskamp is bij archeologisch onderzoek een waterput aan het licht gekomen uit de tiende eeuw. Voor de houten bekisting is een uitgeholde boomstam gebruikt, waarvan een deel van het hout na meer dan duizend jaar opvallend goed bewaard is gebleven. De waterput is zorgvuldig onderzocht waarbij allerlei interessante details zijn ontdekt, waarover straks meer. De uitgeholde boomstam kon in zijn geheel worden geborgen en is – na de corona-lockdown – te bewonderen in archeologisch openluchtmuseum Erve Eme.

Constructie van de waterput

Voor de waterput heeft men in de tiende eeuw een grote ronde kuil gegraven met een diameter van maar liefst vier meter. Om het hele jaar door water te kunnen putten, moest de kuil circa drie meter diep worden uitgegraven. Zo reikte de put ook in de zomer tot in het grondwater. Het graven van een dergelijk diep gat was niet geheel zonder gevaar, aangezien de kuil door opwellend grondwater gemakkelijk kon instorten. Zoals een millennium later door de archeologen zelf aan den lijve werd ondervonden…
Voor de houten putwand gebruikte men een uitgeholde stam van een eik, waarschijnlijk de op de zandgronden veel voorkomende zomereik. De gebruikte boomstam had een diameter van minimaal 1,25 meter. De boom zal dus een ouderdom van 100 tot 200 jaar hebben gehad toen die werd geveld.
Om als bekisting te kunnen dienen, is de stam in de lengterichting in tweeën gespleten en blijkens de fraai bewaard gebleven bewerkingssporen met een dissel uitgehold en aan de onderzijde afgeschuind. De twee uitgeholde boomstamhelften zijn vervolgens in de kuil geplaatst en met houten pennen en touw weer aan elkaar vast gebonden.

Een middeleeuws boerenerf

Van de eikenhouten boomstam is een houtmonster gezaagd voor dendrochronologisch onderzoek, ofwel daterend jaarringonderzoek. De resultaten hiervan worden in de loop van dit jaar verwacht. Tot dan zijn we voor een datering van de waterput aangewezen op het vondstmateriaal. Op basis van de gevonden aardewerkscherven, waaronder zogenoemd Pingsdorf-, Duisburg- en kogelpotaardewerk, dateert de waterput vrijwel zeker uit de tiende eeuw.

Het merendeel is afkomstig uit een ‘hutspot-achtig’ pakket bestaande uit gele onverbrande leem en rode verbrande leem waarmee de waterput is opgevuld nadat het buiten gebruik was geraakt. Het gaat vrijwel zeker om de verspitte lemen vloer met een haardplaats van een nabij gelegen boerderij. De even ten oosten van de waterput aangetroffen paalsporen zijn mogelijk restanten van deze boerderij. Verder zijn er diverse kuilen en een greppel gevonden die waarschijnlijk tot hetzelfde middeleeuwse boerenerf hebben behoord.