Erfgoed van de week: Archeologie van een bajes
De opgraving op het terrein van de voormalige “Bijzondere gevangenis voor jonge mannen” in Zutphen is al eerder ter sprake gekomen. Vandaag gaan we het hebben over de archeologie van deze bajes. We kunnen stellen dat, afgezien van de poeren van de nog in dit millennium gesloopte werkplaats, we erg weinig bajes-gerelateerds hebben gevonden. De verwachte vijlen en tunnels bleven uit. Die had men ook niet nodig: de gevangenis had de bijnaam “de duiventil”, omdat de gevangenis geen EBI was, en de jeugdige gedetineerden zich af en toe gedroegen als duiven die af en aan vlogen. De verhalen over ontsnappingen zijn legio. Toch gingen de deuren van de cellen wel degelijk op slot. Een van de weinige bajesvondsten is een ronde koperen sleutelhanger met het nummer 24. Alle sleutelbossen hadden een nummer zodat men in één oogopslag op het sleutelrek kon zien of de sleutels aan het eind van de dienst niet per ongeluk in iemands zak bleven zitten. Waarom deze sleutelhanger wél los rondslingerde, weten we niet.
Een belangrijke vondstcategorie zijn tandpastatubes van het merk Prodent. Met Dispergon-A. Dispergon-A werd sinds halverwege de jaren vijftig toegevoegd aan de tandpasta aan Prodent, en hoewel geen mens een idee had wat Dispergon-A was, boezemde het goedje blijkbaar vertrouwen in. Men had in die tijd gemiddeld meer vertrouwen in de wetenschap dan tegenwoordig. Maar toch was deze tandpasta gevaarlijker dan je zou denken. Navraag bij een oud-gevangenisdirecteur van het complex, Siep T. uit Z., leerde dat de tinnen tandpastatubes konden worden opgevouwen en dat, als je ze vervolgens sleep, je ze als steekwapen kon gebruiken. Daarom werden er alleen kleine tubes verstrekt. Tubes die geheel van plastic waren kwamen pas later in zwang. Overigens toonde professor Dr. L.A. van der Woerd in zijn artikel: “Kunnen tandpasta’s voor “pasta-etende” kleuters gevaarlijk zijn?” in 1961 al aan dat het doorslikken van tandpasta sowieso schadelijk is, met of zonder Dispergon-A.