Erfgoed van de week: Loon voor voetbode Frederick

RP P 1958 152 BodeIn een oude stadsrekening van 1571 komen we voetbode Frederick Arndssen tegen. Hij bracht te voet belangrijke brieven rond. Een voetbode was geen beroep zonder risico… Ria Gresnigt dook aan de hand van deze stadsrekening in de geschiedenis van Frederick Arndssen. Dat leidde tot een spannende aflevering van Erfgoed van de week.

Het oud-archief van Zutphen staat bekend als een van de meest waardevolle stadsarchieven van Nederland. En als je binnen dat archief nog iets mag aanwijzen wat extra bijzonder en waardevol is, is het misschien wel de serie stadsrekeningen vanaf het jaar 1381. Menig historicus heeft er gebruik van gemaakt om een indrukwekkend proefschrift te schrijven. Maar de rekeningen lenen zich ook goed voor wat kleinere verhalen. Zo treffen we in de rekeningen opmerkelijke details aan over het werk van voetbodes. Zij bezorgen de brieven van de stad, te voet zoals de naam al zegt. Hun bereik is voornamelijk Gelre, maar soms ook ver daarbuiten, zoals Leeuwarden of Brussel.

Frederick de voetbode

1571 is een jaar met veel spanningen en daarom ook veel berichtenverkeer over eventuele aanslagen van de geuzen. Frederick Arndssen is een van de twee jongste voetbodes. Hij krijgt jaarlijks 11 stuiver van de stad (een gulden telt 28 stuiver) en wordt daarnaast per afstand betaald, 2½ stuiver voor elke 10 kilometer. Verder krijgt hij van de stad textiel voor kleding en voor een zogenaamde strype, een herkenningsteken van de stad (waarschijnlijk een strook stof met de kleuren of het wapen van de stad).

Waar loopt Frederick heen?

In 1571 loopt Frederick ruwweg 1500 kilometer, waarmee hij 7,5 gulden verdient. Maakt hij een rondtocht naar Winterswijk, dan is hij 's nachts van huis. Hij krijgt hier echter geen geld voor. Wellicht kan hij gratis overnachten in het gasthuis van de verblijvende stad, maar weten doen we het niet. Ook krijgt hij geen geld voor de kilometers die hij terug loopt, behalve als de ontvangende stad hem een brief meegeeft. Dan betaalt die stad zijn terugtocht. Wel betaalt Zutphen hem als hij moet wachten op een retourbrief. Dan ontvangt hij 4 stuiver per dag voor stilliggen.

2023 04 25 Evdw 0001 1141 Rekening 1571Met spoed naar Nijmegen

Op zondag 26 maart 1571 krijgt Frederick de opdracht naar Nijmegen te gaan. Het is een spoedklus, want hij moet de eerste twintig kilometer in het donker afleggen. Hij zal rond drie uur aan zijn nachtelijke tocht zijn begonnen. Bij Rheden wordt het een beetje licht en kan hij zijn lantaarn uitdoen. Voor het lopen in het donker wordt hij gecompenseerd met een dubbele vergoeding, maar helemaal ongevaarlijk is het niet. Er wordt nogal eens een bode overvallen. Hij kan tenslotte brieven bij zich hebben die belangrijke informatie bevatten waar een vijand zijn voordeel mee kan doen. Ook kan een voetbode geld bij zich hebben, waardoor hij interessant wordt voor rovers. Ook Frederick. Als hij in februari 1588 onderweg is naar Deventer wordt hij inderdaad gevangen genomen. Na betaling door de stad van 5 gulden en 16 stuivers losgeld komt hij vrij.

Maar welke brief had er nu zo'n haast dat de bode 's nachts moest vertrekken? Helaas, we weten het niet. Wat we wel weten is dat Frederick er goed aan heeft verdiend. Alles bij elkaar krijgt hij voor deze haastklus 17½ stuiver, meer dan zijn vaste jaarwedde dus.

Na 1571

Frederick komt daarna ook nog regelmatig voor in de rekeningen. In 1601/1602, staat hij nog steeds op de loonlijst van de stad, nu voor 8 gulden. Hij bezorgt nog steeds brieven maar zijn voornaamste werk is dan klusjesman. Zo deelt hij hout en kolen uit en houdt de beesten weg van de stadswallen.

De oude rekeningen van de stad Zutphen zijn helemaal in te zien via de inventaris van het oud-archief. U vindt ze in rubriek 8.1.

Foto’s:
• Bode, anoniem, 15.20-1550. (Bron: Rijksmuseum).
• Bladzijde 33 uit de stadsrekening van 1571/1572 (bron: 0001-1141).