Erfgoed van de week: De Zutphense handelsvitten aan de Sont

Het is het Hanzejaar en er is van alles aan de Hanze, zelfs op vakantie… Als je een vakantie doorbrengt in Sjælland in Denemarken dan moet je absoluut even een dagje naar het pittoreske Dragør, een haven- en vissersplaatsje even ten zuiden van Kopenhagen op het schiereiland Amager, vindt onze stadsarcheoloog Michel Groothedde. Slenterend door de lommerrijke en volop met stokrozen begroeide keienstraatjes met geel geschilderde huisjes en rode pannen kwam hij zomaar in de Zytfensgade (Zutphenstraat). En er vlakbij vind je de Deventergade en Kampengade... Hoe zit dat?

"Al ruim voor 1300 waren Zutphense kooplieden actief in de Sont. In 1302 dienden diverse steden, waaronder Zutphen, een klacht in bij de Deense koning vanwege de schending van rechten die de steden daar al geruime tijd bezaten. Met name aan de Zweedse kant van de Sont (toen Deens grondgebied) op het schiereiland Skåne (Nederlands: Schonen) hadden veel Nederlandse en Duitse handelssteden eigen handelsposten, zogenaamde ‘vitten’, onder bescherming van de Deense koning. De handelaren die erheen voeren werden dan ook ‘Schonenvaarders’ genoemd. In 1316 bevestigde koning Erik Menved de rechten van de Zutphenaren in hun vitte.
"Koning Waldemar Attendag opende in 1346, tijdens een periode van politieke onrust in het Deense koninkrijk, een nieuwe handelslocatie op de westoever van de Sont. Dat was in de bovengenoemde plaats Dragør. Diverse Hanzesteden, waaronder Zutphen, werden uitgenodigd om ook hier een vitte te vestigen. De originele koningsbrieven worden in ons stadsarchief bewaard en zijn te zien in het Stedelijk Museum. Ook in Kopenhagen zelf (‘Hafnis’) mochten Zutphenaren zich vestigen. De Zutphense kooplieden kochten in de Sont vooral haring in. De vis werd vervolgens verkocht in Vlaanderen en het Rijnland. Maar verder werden allerhande producten uit het Oostzeegebied verhandeld. De Zutphense schippers kwamen in de Sont aan met goederen uit vooral het Rijnland maar wijn was veruit het belangrijkste handelsproduct dat in de Sont gretig aftrek vond. Immers ook in Scandinavië werd door de elite graag wijn gedronken en werd wijn gebruikt in de christelijke eredienst. Zutphen werd mede door de ‘Schonenvaart’ steenrijk.
"In het begin van de twintigste eeuw stelde een lokale postbode met grote interesse in de geschiedenis voor om dat handelsverleden van Dragør te uiten in de straatnaamgeving. En zo kregen drie straten de naam van onze IJsselsteden, ongeveer op de plek waar in de middeleeuwen de vitten van die steden lagen.

Skåne

"Ben je nu toch in Dragør... In de verte zie je de Øresundbrug (‘the Bridge’). Oké, het kost een lieve duit aan tolgeld, maar dan ben je ook in Zweden en met een half uurtje rijden kom je aan op het schiereiland Skåne. Hier geen Zutphenstraat… Maar de locatie van de handelsvitten is bij benadering bekend in het landschap. Het voormalige middeleeuwse Deense kasteel (alleen nog maar een heuvel met een smalle gracht er omheen) en het fraaie middeleeuwse kerkje liggen ten westen van de voormalige Zutphense vitte. Nu grazen er alpaca’s. Maar wie op Google Earth kijkt ziet precies op die plek in het dorre gras een intrigerende contour van een rechthoekig gebouw... Zijn dit de sporen van een Zutphens pakhuis? En is deze archeologie daarmee ook een beetje ‘van ons?’ Mijn handen jeukten om er te gaan wroeten maar de alpaca’s lieten me niet toe..."