Erfgoed van de week: Immaterieel erfgoed

0379 0424 Immaterieel erfgoedWie aan Zutphen denkt… denkt aan de Hanze, de IJssel, en vooral: het prachtige middeleeuwse centrum met zijn kleine straatjes en monumentale middeleeuwse panden. Dit maakt Zutphen erfgoedstad bij uitstek; niemand hoef je het belang uit te leggen van deze belangrijke waarde voor de stad, haar inwoners én bezoekers en dat we hier zorgvuldig mee moeten omgaan. Bij het woord ‘erfgoed’ zijn we geneigd te denken aan dit soort waarden in de vorm van gebouwd erfgoed, zoals beschermde monumentale panden en karakteristieke stadsgezichten. En voor Zutphen is dat niet anders. Daarom willen we deze week een lans breken voor een wat minder zichtbare, grijpbare vorm van erfgoed: immaterieel erfgoed.

Gebouwd erfgoed behoort net als landschap, archeologische vondsten, archieven, veel kunstwerken, tot de categorie materieel erfgoed: het is gemaakt van materie, je kunt het aanraken, vastpakken. De optelsom van al het erfgoed, vertelt het verhaal van de plek: wat is daar in het verleden gebeurd, maar ook en vooral: wat bindt mensen nú aan deze plek en aan elkaar? Welk verhaal vertellen ze over zichzelf, welke betekenis heeft deze plek voor hen? Als je op deze wijze naar erfgoed kijkt, dan snap je dat erfgoed niet alleen fysieke verschijningsvormen kent, maar ook een minder vormvaste gedaante: immaterieel erfgoed. Immaterieel erfgoed is minder grijpbaar, zichtbaar, maar is tegelijkertijd alom aanwezig: het zit in de cultuur, de gebruiken, de taal. Als de gebouwen, het landschap, en de archeologische resten, de botten en het spierweefsel zijn, dan is immaterieel erfgoed het bloed en de adem van het gehele lichaam. Het is ‘levend erfgoed’.

Cultuuruitingen die overgedragen worden van generatie op generatie, maken bewust of onbewust, deel uit van iemands identiteit. Omdat het voortbestaan van levend erfgoed afhankelijk is van het in leven hóuden van deze praktijken, en er soms niet even bewust over nagedacht wordt als over het in stand houden van materieel erfgoed, is deze vorm van erfgoed extra kwetsbaar. Op 17 oktober is het precies 20 jaar geleden dat UNESCO (meest bekend om haar werelderfgoedlijst) het “Verdrag inzake de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed” ondertekende. Ze verwees daarbij naar onder andere de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948), en beschrijft immaterieel cultureel erfgoed als drijvende kracht achter culturele diversiteit en als waarborg voor duurzame ontwikkeling.[1]

Op de site van Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (https://www.immaterieelerfgoed.nl) wordt een lijst bijgehouden van al het immaterieel erfgoed in Nederland. Ten minste, al het erfgoed dat mensen zélf aanmelden. Iedereen kan daar namelijk erfgoed dat hij of zij van belang acht voor zijn of haar gemeenschap aanmelden. Zo staan daar het Volksfeest van Hummelo (en Zwarte Cross), het Gelderse Midwinterhoornblazen, schaatsen op natuurijs, Indisch koken, stamppot koken en de beiaardcultuur (het op gezette tijden spelen op een carillon) op. De laatste staat overigens ook op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Wie op zoek is naar Zutphens erfgoed zoals festiviteiten, rituelen en sociale praktijken; spreken, zingen en vertellen; uitvoerende kunsten; traditioneel vakmanschap / ambachten, of kennis en gebruiken rondom de natuur en het universum komt echter nog bedrogen uit. Terwijl “Heit al geheurt” met haar jaarlijkse cabaretprogramma laat zien dat ten minste de Zutphense taal en humor nog springlevend zijn!

Dus zoeken we verder in de onvolprezen database van het Erfgoedcentrum, waar de zoekterm “immaterieel erfgoed” welgeteld één resultaat oplevert: een ansichtkaart uit 1965 met de tekst:

“voor Ida, als een weinig luidruchtig teken van vriendschap en dank voor immaterieel bewezen hulp en zorg, aan Dora besteed”

Op dit stukje materieel erfgoed wordt Ida Gerhardt bedankt voor iets dat niet zozeer met immaterieel erfgoed (sic?), maar met menselijke naastenliefde te maken heeft. Toevallig genoeg wordt in de folder over immaterieel erfgoed van de eerder genoemde organisatie Unesco dezelfde Ida Gerhardt geciteerd, om uit te leggen dat cultureel erfgoed vaak gebruikt om groepen af te bakenen, om in- en uit te sluiten, om eigendom en eigenheid vast te leggen: [2]

Wij horen in dit stormbevochten

land

van kavels, tussen dijk en stroom

geslagen.

Ida Gerhardt
uit ‘Sonnet voor mijn moeder’

Tegelijkertijd zou je kunnen beargumenteren dat het zelfbeeld dat Gerhardt in dit couplet schetst, behoort tot immaterieel erfgoed van Nederland. Maar vooral willen we Ida Gerhardt, bedanken voor immaterieel bewezen zorg en nalatenschap en de extra betekenis, identiteit en kleur die ze middels haar poëzie aan Zutphen heeft gegeven. Woorden die inmiddels ook een materiële weerslag heeft op de vele muren en monumenten in de binnenstad.

Weet u nog een voorbeeld van écht Zutphens immaterieel erfgoed? U kunt het zelf aanmelden op de site https://www.immaterieelerfgoed.nl/nl/netwerkinventarisregister.

 

[1] https://ich.unesco.org/doc/src/00009-NL-PDF-NL.pdf

[2] https://www.cultuurenco.nl/Immaterieel-Erfgoed.pdf