Verpondingen


In 1651 werd in de drie kwartieren van Gelderland, te weten Nijmegen, Zutphen en de Veluwe, de verponding ingevoerd. Dit was een belasting op alle onroerende goederen waaruit inkomsten werden verkregen. Woeste markegronden vielen hierbuiten. Dit belastingstelsel werd gehandhaafd tot en met 1805. Gegevens over de verponding werden opgeschreven in "verpondingskohieren". Deze kohieren geven informatie over het aantal huizen per plaats en wie de huizen bezaten: adel, kerk of burgers. Ook over grond kunnen veel gegevens opgenomen zijn: over de grootte van het bezit, over pacht en eigendom, over betalingen en allerlei grondbelastingen. Al deze details zijn voor ons vandaag de dag heel interessant.


Verpondingen in het Zutphense kwartier

Kohieren

Al voor de daadwerkelijke invoering van de verponding, werd een begin gemaakt met de kohieren, namelijk tussen 1643 en 1651. Hierin werd de taxatie opgenomen van de belastbare waarde van de onroerende goederen. Over het taxeren van alle onroerende goederen deed men jaren. In de jaren na deze eerste schatting heeft er geen nieuwe taxatie plaatsgevonden. Gegevens kunnen dus gedateerd zijn, want het verpondingsbedrag veranderde in een vast bedrag. De vroegste kohieren geven het meest correcte beeld van de werkelijkheid van dat moment. Soms is het echter mogelijk uit de latere kohieren aanvullende gegevens te halen. Niet alle kohieren zijn overal in hun geheel voltooid. Het kan dus zijn dat niet alle hierboven genoemde gegevens opgenomen zijn.

Uitvoering

De hoogte van de verponding werd bepaald door de pacht of huur en de lasten die op een goed rustten. Als het onroerende goed niet werd verpacht of verhuurd, maar gebruikt werd door de eigenaar zelf, werd de waarde ervan bepaald aan de hand van andere goederen die wel verpacht of verhuurd werden. Iedereen was verplicht juiste inlichtingen te geven en je moest eventuele huurcontracten laten zien. Als je hieraan niet voldeed, kreeg je een boete.

Belastingontvangers in de 17de eeuw (Belasting en Douanemuseum, 03093)
Belastingontvangers in de 17de eeuw (Belasting en Douanemuseum, 03093)

De belasting moest betaald worden over 1/6 deel (ofwel "een zesde penning") van de belastbare pachtwaarde van landerijen en erven, en 1/9 deel van de belastbare huurwaarde van huizen en molens. De penningen moesten door de collecteurs aan de ontvanger van het Kwartier worden afgedragen. Het ambt of de stad hief daarbovenop extra opcenten. Ook het Kwartier kon het bedrag nog eens verhogen. Het opleggen van de aanslag, het manen, moest gebeuren in november. Vóór eind februari moest het bedrag zijn betaald. In de maancedulen, die de belastingplichtigen kregen uitgereikt, stond alleen het verschuldigde bedrag vermeld.

De belasting kon op vele verschillende manieren berekend worden en daarnaast waren er allerlei mogelijke aftrekposten, bijvoorbeeld voor onderhoud. Dit maakt het verpondingskohier tot een ingewikkelde bron. Belasting was en blijft een ingewikkelde opgaaf.

Aanwezige bronnen bij het RAZ

Verschillende namen

In de archieven vinden we de bronnen met betrekking tot de verpondingen onder verschillende namen terug: verpondingskohieren, verpondingslijsten en namenlijsten ten behoeve van de inning van de gemene middelen. Uit de kohieren met getaxeerde pacht- en huurwaarden werden zogenaamde maancedulen samengesteld, waarin bij iedere post het verschuldigde bedrag vermeld werd. Deze maancedulen zijn eenvoudige lijsten van verschuldigde bedragen en de namen van de mensen die deze moesten betalen. Vaak werden niet de eigenaar of pachter genoemd, maar de direct betrokkene, zoals een kerkmeester die voor kerkelijke goederen betaalden.

Om het zoeken naar de bronnen over verpondingen eenvoudiger te maken, heeft het RAZ een lijst opgesteld met een overzicht van alle aanwezige bronnen. U kunt deze lijst in PDF downloaden.

Overzicht van bronnen met betrekking tot verponding, aanwezig bij het RAZ

Verpondingskohier van Kreijnck

Een belangrijke bron die te vinden is in het RAZ behoort tot 0141 Collectie Gerhard Kreijnck, en beschreven onder inv. nr. 22. In de tijd dat de verpondingskohieren werden opgesteld, was Gerhard Kreijnck (1612-1692) burgemeester van Zutphen. Hij heeft het kohier van het Graafschap Zutphen in (iets) verkorte vorm overgeschreven. In dit afschrift staan de gegevens uit ruwweg de huidige Achterhoek, Zutphen en omgeving. Het origineel, waarin meer informatie staat over bijvoorbeeld de namen van pachters, ligt bij het Gelders Archief in Arnhem (Archief van de Staten van het Kwartier van Zutphen en hun Gedeputeerden). Het verpondingskohier van Kreijnck is in te zien in het archievenoverzicht op deze site.

Het verpondingskohier van Kreijnck.

Achter in het boek is een tabel opgenomen waarmee de taxatie van pachtbetalingen in natura werd vastgesteld. De tabel was bedoeld om ongelijke taxering te voorkomen van landerijen die in zaadpacht of garfpacht gebruikt worden. Bij zaadpacht wordt een vaste hoeveelheid gedorst graan aan de eigenaar gegeven in ruil voor het gebruik van de grond. Bij het gebruik van bouwland waarbij een gedeelte van de bruto-opbrengst van de graanoogst aan de eigenaar wordt geleverd, spreken we van garfpacht. Deze soorten pacht werden aan de hand van een tabel op gelijke voet, naar verhouding van hun hoogte, in geld gewaardeerd. Bij de taxatie moest ook rekening worden gehouden met de waarde van de toestand van het land. In het kohier van Kreijnck zijn de waarderingen voor de garfpacht berekend op basis van eenzelfde bruto-opbrengst in geld. De pacht werd en in tabelvorm opgesomd naar grootte van het land. Daarna volgt een opsomming van de gemiddelde graanprijzen om zaadpachten te taxeren. Verder worden taxatiebedragen gegeven voor boter, pachtvarkens en andere pachtprestaties in natura.

Het grote voordeel van het afschrift Kreijnck is dat het handschrift goed leesbaar is. Bovendien bestaat er een lijst waarin alle boerderijnamen (inclusief plaats, soort goed en vindplaats) die voorkomen in het kohier zijn opgenomen.

Links en Literatuur

  • H.K. Roessingh, 'Hoe zijn de Gelderse verpondingskohieren uit het midden van de 17de eeuw ingericht? Bronnen voor het lokaal-historisch onderzoek' Bijdragen en mededelingen van Gelre LXIII (Arnhem 1968/1969)61-71.
  • H.K. Roessingh, 'Garfpacht, zaadpacht en geldpacht in Gelderland in de 17e en 18e eeuw' Bijdragen en mededelingen van Gelre LXIII (Arnhem 1968/1969) 72-98.
  • B.H.M. te Vaarwerk, Verpondingskohier stad en heerlijkheid Borculo (Kreynck). Zie: website Heerlijkheid Borculo.
  • Boederijnamen in de Achterhoek. Uit het verpondingskohier van ca. 1650, afschrift Kreynck (publicatie Oost Gelders Tijdschrift voor Boerderijonderzoek).
  • Ook andere bronnen bieden mogelijk informatie over uw voorouders. Bekijk de actuele inhoudsopgave van de collectie genealogie voor een overzicht van de geïndexeerde bronnen bij het RAZ.
  • De namenlijsten (belastingregisters) van de gemeente Brummen zijn in te zien via de inventaris (zie overzicht van bronnen). Ook zijn de namen mét een scan van de inschrijving terug te vinden in de collectie Genealogie.