Lenen

In de Middeleeuwen ontstond het feodale leenstelsel, waarbij een heer grond, goederen of rechten in leen kon geven. Degene die het leen kreeg, werd leenman genoemd en de heer die het leen gaf, leenheer. Natuurlijk moest hiervan ook een administratie worden bijgehouden. Deze administratie berust nu bij archiefdiensten. Als u geïnteresseerd bent in een bepaald huis of familie kunt u mogelijk in zogenaamde leenboeken meer informatie vinden. In dit informatieblad wordt uitgelegd wat het leenstelsel inhield en welke bronnen u wel en niet bij het RAZ kunt vinden.

 

Het leenstelsel

Een leenheer was op zijn beurt zelf vaak ook leenman van een andere, hoger in rang staande, leenheer. In ruil kreeg de leenheer de steun van de leenman bijvoorbeeld in tijden van oorlog. Veel leengoederen werden in de loop der tijd erfelijk. Het leenstelsel werd na verloop van jaren steeds meer slechts een registratie voor eigendom van leengoederen. Het leenstelsel werd in 1798 afgeschaft, de leenman werd eigenaar. In sommige gevallen is de leenadministratie nog tot 1811 bijgehouden.

Naast leengoederen waren er ook vrije (of allodiale) goederen. Deze goederen vielen niet onder een leenheer, hoewel sommige vrije goederen opgedragen werden aan een leenheer en deze hetzelfde goed weer in leen gaf aan de voormalige eigenaar. Dit had voor de leenman voordelen bijvoorbeeld bij een erfenis.

Meer informatie over het leenstelsel is ook te vinden in het informatieblad over Heerlijkheden.

Wat staat er in de leenboeken?

De leenadministratie werd bijgehouden door een zogenaamde leenkamer of leenhof. In leenboeken (leenprotocollen) werd opgeschreven aan welke leenman welk stuk grond, huis of recht werd uitgegeven. Als u bijvoorbeeld meer wilt weten over een bepaald huis, kunt u in de leenboeken zoeken welke leenmannen achtereenvolgens dat huis in leen hadden.

Erfelijke leengoederen

Van de leengoederen die in de loop van de tijd erfelijk werden, staat in de leenboeken aangegeven welk kind bij overlijden van de oude leenman de leen ontving. Hierdoor kunt u met behulp van de leenboeken genealogisch onderzoek doen tot ver terug in de middeleeuwen. Ook voor veldnamenonderzoek zijn de leenboeken heel geschikt.

Heergewaad

In de leenkamer werd bijgehouden wie welk leen in bezit had en of een nieuwe leenman zijn heergewaad wel betaald had. Een heergewaad is een gift die de leenman moest betalen als hij een leen voor het eerst ontving. Dit kon in de vorm van geld zijn, of in natura (bijvoorbeeld een paard). Ook kon het heergewaad meer symbolisch zijn.

Oorkonde van belening

In de leenkamer werd een afschrift van de leenakte in chronologische volgorde in het leenprotocol of leenakteboek bijgeschreven. Soms werden toevoegingen uit latere jaren er tussen geschreven. De leenman kreeg vervolgens de originele akte: de bezegelde oorkonde van belening. In bijvoorbeeld een familiearchief of het archief van een instelling kunt u deze originele akte terugvinden (mits bewaard gebleven). In de leenboeken van de leenkamer is het afschrift van de akte opgenomen.

De leenheer beschikte daarnaast soms over leenregisters. Deze registers waren geografisch ingedeeld. In zo’n register werd de akte in verkorte vorm weergeven en daarna volgde een lijst met opeenvolgende leenmannen die het goed in leen hadden.

Voorbeelden van regionale bronnen

Bij regionaal onderzoek naar de lenen, is het belangrijk te weten dat de huidige gemeente Brummen in de Middeleeuwen administratief viel onder het Kwartier van de Veluwe. Lochem en Zutphen hoorden bij het Kwartier van Zutphen. In de bronnen die het Kwartier of de Graafschap Zutphen betreffen, vind je Brummen en omstreken dan ook niet terug. In boeken die het hele hertogdom Gelre betreffen, wel.

Gelders Archief

Veel leenaktenboeken of leenregisters over Zutphen en omgeving liggen bij het Gelders Archief in Arnhem, zoals:

  • Het archief van de Leenkamer van Gelre en Zutphen 1326-1811 (archiefnr. 0002).
  • Het leenregister van de Proosdij van Zutphen 1644-1798 (archiefnr. 0005: Staten van het kwartier van Zutphen en hun Gedeputeerden; inv.nr. 712).
  • Register van leengoederen in de Graafschap Zutphen 1699-1799 (archiefnr. 0005; inv.nrs. 1372-1373). Een transcriptie van dit register is te vinden in de studiezaal van het Regionaal Archief Zutphen: M.V.T. Tenten (transc.), Register van leengoederen in de Graafschap Zutphen: aangelegd in 1696/1697 (Apeldoorn 2002).
  • Leenregister van de heerlijkheid Verwolde 1757-1795 (archiefnr. 556; inv.nr. 1126).
  • Leenregisters van het huis Vorden 1564-1787 (archiefnr. 556; inv.nrs. 1248 en 1249).


Regionaal Archief Zutphen

Ook het RAZ heeft enkele registers. Verder heeft het RAZ archieven van ontvangers van lenen (leenmannen), waar u het origineel van een akte in terug kunt vinden (mits bewaard). Hieronder volgen enkele voorbeelden:

  • In de 0141 Collectie Gerhard Kreijnck is onder inv.nr. 20 een 17de-eeuws afschrift te vinden van het leenregister van de vier kwartieren, 13e-17e eeuw. Het origineel van dit leenregister is te vinden bij het Gelders Archief (archiefnr. 0002: Leenkamer van Gelre en Zutphen 1326-1811). Zie ook: J.J.S. baron Sloet en J.S. van Veen, Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Naar het oorspronkelijke handschrift/Het kwartier van Zutphen(Arnhem 1917).
  • 0040 Archief Huis Baak: 'Leenboeck, 1732-1804' (inv.nr. 7) en 'Register van leenakten van goederen horende bij het Huis Leemcuyl, 1717-1794' (inv.nr. 11).
  • 0083 Archief van het Bornhof: 'Lijst van de leenplichtige goederen van Bornhof, 1675-1752' (inv.nr. 577).
  • 0004 Archief van het Burgerweeshuis te Zutphen:'Leenboeken van het goed Nyenhuysink, 1448-1796' (inv.nrs. 389-390).
  • Losse leenakten (vaak van lenen die ontvangen werden, dus in het archief van de leenman zitten) kunt u vinden door op bijvoorbeeld een achternaam of de naam van het goed te zoeken in het archievenoverzicht op de website van het RAZ.


Literatuur en websites