Erfgoedvrijwilliger Didi van Woudenberg Hamstra
"De museumtuin is toch een beetje mijn kindje"

Bij het Erfgoedcentrum Zutphen werken vele vrijwilligers. Maandelijks zetten we een van hen in het zonnetje. Deze keer spraken we met Didi van Woudenberg Hamstra, zij is vrijwilliger in de museumtuin.

Didi in museumtuin vierkantTijdens de voorjaarsvakantie is het al best druk in de museumtuin. Voor Didi begint het museumtuinseizoen pas weer in maart, maar ze ziet al genoeg te doen. “Die hortensia’s moeten nodig gesnoeid worden. Oh, en die daar moeten er uit, dat is straks weer een hele klus.” Ze wijst op de vele esdoornzaailingen die in de tuin opschieten.

Sneeuwkristallen

Toen de Zutphense musea zeven jaar geleden naar hun huidige plek verhuisden lag er een mooi tuinontwerp waarover Didi de bezoekers graag vertelt. “Het is ter nagedachtenis aan dominee Martinet die veel voor de Zutphense bevolking heeft gedaan. Tijdens de voorbereiding van een preek zag de schrijver en natuurhistoricus sneeuwvlokken en hij beschreef de sneeuwkristallen in een boek. In het oorspronkelijke ontwerp van de tuin werden die kristallen met lichtmetalen rasters vormgegeven. Dat was onhandig en niet veilig bij het wieden. Nu liggen er witte steentjes in kristalvorm.” Didi zag als museumvriend de maquette van de tuin en stelde voor dat de tuin dan ook wel mooi onderhouden moest worden. “Ik heb me direct aangeboden als vrijwilliger.”

Fleur in de tuin

In het begin stond er vooral veel groen in de vakken. “Met toestemming van de toenmalige directeur heb ik er met bloeiende planten fleur ingebracht”, zegt Didi. “Ik heb toen uit mijn eigen tuin onder meer lavendel en hortensia’s overgeplant. Die doen het hier goed. In het begin was er heel veel onkruid dat vanwege het ontwerp er lastig uit te trekken was. Nu snoei ik vooral de planten om de witte steentjes goed zichtbaar te houden.” Vanaf vorig jaar doet een officiële hovenier ook groot onderhoud en heeft ze er twee collega’s bijgekregen, die ze begeleidt. “Dat vond ik in het begin best even wennen, maar ik ben er nu heel blij mee. De museumtuin is toch een beetje mijn kindje.” Ze geniet van de reuring, het caféterras in het zonnetje en van de lucht en de Walburgistoren. “Ik ben vrijwel dagelijks een paar uur in de tuin bezig.”

Rustig

“Als kind had ik al een eigen stukje tuin waarin ik groenten en bloemen had staan, en ik bezoek graag mooie tuinen. Dit jaar ga ik naar Engeland.” Didi gaat vanaf begin maart de museumtuin opschonen en snoeien. Als het nodig is, zet ze nieuwe planten neer, waarbij ze vooral kiest voor vaste planten. “Ik houd hierbij rekening met het budget van het museum en met de plek. Een rustige tuin past hier het beste. Ik zorg voor een herhaling van planten in de perken en varieer met de bladkleur, van grijsachtig tot helder groen. De bloemen zijn blauw - zoals de lavendel, wit- zoals de akkerhoornbloem, een bloem van vroeger met een wit klokje, of geel.” Ze kijkt al uit naar het moment dat de planten gaan bloeien. “De eerste is straks een lichtblauwe smeerwortel.”

Didi boeket maken museumBloemenboeket en gesprekken

Als Didi niet in de tuin bezig is, zorgt ze dat er op de balie van de receptie een mooi boeket staat. “Die koop ik waar ik iets moois tegenkom.” Het leukste van haar vrijwilligerswerk in de museumtuin vindt Didi de gesprekken met bezoekers. Ze lacht. “Mij is wel eens gevraagd of ik een taakstraf heb! Nee dus. Mannen van rond de 60 à 70 menen soms te weten dat ze een bepaalde plant ook in hun eigen tuin hebben, maar dat is dan vaak toch een heel andere plant. Er zijn ook mensen die na mijn Martinet-verhaal het museum niet meer in hoeven, of die terugkomen en dan een kleinigheidje voor me meenemen, zoals bloemzaadjes voor in mijn eigen tuin. En ik praat ook graag met mensen die heel veel weten, bijvoorbeeld over de verschillende esdoorns in de tuin.”