Erfgoedvrijwilliger Oliver Gee: “Het is heerlijk om nieuwe dingen te leren”
Door Lisette Eindhoven
Bij Erfgoedcentrum Zutphen werken vele vrijwilligers. Elke maand vertelt een van hen wat dat voor hem of haar betekent. Deze keer spraken wij met Oliver Gee. Hij zorgt er bij team archeologie voor dat foto’s op de juiste plek in de database terecht komen.
In zijn jeugd vond Oliver Gee het altijd al leuk om bij opgravingen te gaan kijken. “Dan ging ik ‘s avonds nog een keertje langs om te zien wat er boven de grond was gekomen”, zegt Oliver. Op een lezing van Michel Groothedde sprak hij hem aan. “Er bleek geen archeologische vereniging te zijn, maar er waren wel veel vrijwilligers nodig.”
Koppelen
Om naast zijn baan als docent Nederlands en zijn promotieonderzoek naar negentiende-eeuwse literatuur iets heel anders te doen, begon Oliver anderhalf jaar geleden als vrijwilliger bij team archeologie. “Ik heb gepuzzeld met aardewerk en ik heb bij een paar opgravingen meegekeken. Nu koppel ik foto’s van vondsten aan de beschrijvingen in de database. Dat ligt me wel.” Op zijn bureau liggen de voorwerpen en een lijst klaar waarop onder meer de opgravingscode en een fotonummer staan. “Die voorwerpen zijn al ruim twintig jaar geleden opgegraven en beschreven, maar ze zijn pas onlangs gefotografeerd en ik koppel dat nu aan elkaar.”
Duimafdrukken
“Je komt echt allerlei dingen tegen, ik leer heel veel. Inmiddels weet ik de benaming van de onderdelen van een zakhorloge en dat elk onderdeel van een scharnier zijn eigen woord heeft.” Het oudste object waar Oliver mee heeft gewerkt was enkele duizenden jaren oud. “Dat was een groot weefgewicht van klei, bedoeld om de draden van een weefgetouw op zijn plaats te houden. Er stonden duimafdrukken in van de makers, waarschijnlijk als versiering. Een voorwerp aan te raken dat iemand 3500 jaar geleden in de grond heeft gestopt: daarbij voel ik de historische sensatie. Misschien is het een onderdeel van een offer, of een ritueel afscheid. Maar of dat echt zo is?”
Ontspanning
Tijdens het gesprek probeert Oliver wat glasstukjes aan elkaar te passen die op een grote tafel liggen. “Anderen zijn hier veel beter in”, lacht hij. Ook loopt hij even mee met een andere vrijwilliger die bezig is een bosje wilgentakjes schoon te maken en te conserveren. “Er is altijd wel iemand die je bij praat over een vondst.” Oliver vindt het werk met de database tot nu toe het interessantst. “Ik speur graag in de computer en het is leuk om gegevens met elkaar te combineren. Als ik uit mijn werk kom, heb ik te weinig tijd om veel te doen, maar hier in Zutphen kan ik echt ontspannen. Het is heerlijk om nieuwe dingen te leren, school kan soms best een sleur zijn.”
Mispelbloemen
Oliver laat een zakje met vreemdsoortige rotsblokjes zien. “Dit zijn slakken, een restproduct uit de middeleeuwse ijzerproductie. Elke slak is apart beschreven en ik koppel de juiste slakkenfoto aan de bestaande beschrijving. Dat betekent heel goed kijken en vergelijken.” Oliver pakt een andere vondst op en bekijkt het met behulp van de gemaakte foto van verschillende kanten. “Het is ontzettend leuk om zo dichtbij iets uit het verleden te zijn en uit te pluizen wat je precies in handen hebt.” Na wat speurwerk vindt hij de juiste beschrijving. Het is een lakenlood met een afdruk van een zwaard tussen twee mispelbloemen, uit de veertiende eeuw. “Mooi hè!?”