Transcriberende erfgoedvrijwilligers: “We zijn geïnteresseerd in de geschiedenis van het gewone volk”
Door Lisette Eindhoven
Bij het Erfgoedcentrum Zutphen werken vele vrijwilligers. Elke maand zetten we er graag eentje in het zonnetje. Deze keer maken we kennis met een transcriptiegroepje, vijf vrijwilligers die samen bij het Regionaal Archief Zutphen (RAZ) oude teksten omzetten naar getypt Nederlands.
In een zaal van het archief lezen vier mannen en een vrouw elkaar om de beurt een stukje voor. "Den jongen..." De voorlezer wordt onderbroken. "Nee, ik maak bezwaar tegen de ‘en’”, klinkt het. Er barst een geanimeerde discussie los. "Er staat 'en', kijk maar, net als daar." "Nee hoor, kijk daar maar, die haal is een 'e', zonder ‘n’. Uiteindelijk worden Aart Post, Bert Velema, Gerrit van der Heide, Ineke Pothoven en Rinus Prinsen het eens en kan de voorlezer weer verder. Ze komen elke twee weken bij elkaar om oud-Nederlandse handschriften om te zetten naar getypt ‘leesbaar’ Nederlands.
Oude handschriften
“De deur moet dicht omdat we te veel lawaai maken, het is hier altijd erg gezellig”, lachen de transcribeerders. Vier van de vijf komen al tien jaar op deze manier bij elkaar. Ze leerden elkaar kennen op een cursus van de Nederlandse Genealogische Vereniging. “Toen de docent adviseerde om het bij te blijven houden, nam een van ons het initiatief om dat gezamenlijk te gaan doen.” Na nog een extra paleografiecursus startten ze in 2015 bij het RAZ. Ze transcribeerden onder meer de correspondentie van de slagerij van de joodse familie Van Hamburg en voor een Nijmeegse promovendus maakten ze de correspondentie tussen de Hanzesteden leesbaar. Onlangs rondden ze de transcriptie van de registers van verpleegde soldaten af (https://erfgoedcentrumzutphen.nl/ontdekken/ontdek/nieuws/1085-wegens-verpleginge-zieke-soldaten-in-de-spiegelstraat). “Dat eerste was lastig omdat een van de schrijvers dyslectisch was, en het soldatenboek was soms wel saai. Maar je komt zoveel te weten over de kleine geschiedenis, over de verhalen van het gewone volk. Daar zijn we allemaal in geïnteresseerd.”
Vagebonden
Er wordt serieus gewerkt. Niet alleen op het archief maar ook thuis. "We maken thuis onze eigen transcriptie en lezen dat elkaar om de beurt voor. Als we het niet met elkaar eens zijn dan discussiëren we net zo lang tot er een meerderheid is. Pas als het echt niet lukt vragen we een medewerker van het archief om advies.” Het Breuckenboeck uit 1628 dat het groepje nu transcribeert, is bedoeld om “er in te komen”. Het geheel bevat 22 delen, van 1545 tot 1811. “Het handschrift in de eerste delen is bijna onleesbaar voor ons, dus zijn we ergens middenin begonnen. Dit gaat over twee vagebonden die zijn opgepakt omdat zij potten en een ketel hebben gestolen.” Ze lezen voor hoe de scherprichter Andries en Jetze herkent: aan de littekens die ze overhielden van brandmerken voor eerdere vergrijpen. “We bespreken ongeveer 2,5 pagina per keer. Verderop staat wat voor boete de jongens krijgen.” “Lijfstraf en voor eeuwig verbannen uit Zutphen”, weet een van de transcribeerders al.
Groepssfeer
De achtergrond van de vijf is divers. Rinus was docent Frans, hij zorgt dat de definitieve transcriptie op de goede plek terecht komt, Ineke was leerkracht verzorging en gezondheidskunde en ze was jaren geleden ook gids in de Librije, Gerrit had een woninginrichtingszaak en zoekt graag naar woordbetekenissen op internet, Bert heeft als fiscalist gewerkt en heeft tot grote verbazing van de anderen gevochten op Waterloo, in een re-enactment van de beroemde slag van Napoleon, en Aart was docent consumptieve technieken, en volgens zijn collega’s regelt hij de koffie. Het gaat er gezellig aan toe, ze zijn het er over eens dat de groepssfeer belangrijk is. “We hebben geregeld een uitje samen.” Maar ook vinden ze het werk dat ze doen belangrijk: “Gelukkig worden we door de mensen van het archief heel erg gewaardeerd, want als wij dit niet zouden doen, dan weet niemand meer hoe de kleine geschiedenis in elkaar zit!”