De canon van Zutphen
De Zutphense Joep Onstenk (rechts) en Jesse Brinkerhof (links) kennen elkaar al vanaf de schoolbanken. Vrienden die allebei de geschiedenis een warm hart toedragen. Voor zijn onderzoeksmaster Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam zocht Joep een stageplek. Jesse, afgestudeerd als beeldend kunstenaar aan de ArtEZ in Arnhem, bevond zich voor een onderzoek in de archieven van Zutphen. Daar kwam hij in contact met erfgoedboegbeeld Hendrik Haafkens van Erfgoedcentrum Zutphen. Jesse die wist van Joeps passie bracht hem met Haafkens in contact en zo ontstond het idee om, mede voor de stageperiode, een historische canon van Zutphen te maken.
“Zutphen is een stad die geschiedenis ademt en die historiciteit van de stad zal ongetwijfeld hebben bijgedragen aan mijn passie voor geschiedenis,” vertelt Joep. Hij is dan ook vereerd dat hij voor deze periode terug mag naar zijn historische roots. Jesse beaamt dat. Hij wil deze geschiedenisdroom, die ze al van jongs af aan hebben, meebeleven en helpen uitwerken. “Tijdens deze stage met Joep in het kader van de historische canon van Zutphen zal ik mij voornamelijk buigen over het theoretische fundament en de vorming van een platform dat gaat zorgen voor een blijvende levendige invulling en verbeelding van de canon.”
Plannen
En daar zitten ze tegenover mij. Ik probeer me een beeld te vormen van een canon uit de geschiedenis en refereer aan het Openluchtmuseum. Zij kennen die canon, maar stappen af van dat concept. Ze zijn nog aan het ontdekken, brainstormen en zoeken een route om daar te komen wat ze voor ogen hebben. Als ik de jongens hoor praten over hun plannen, dan denk ik niet specifiek aan een stageperiode. Hier wordt een passie gedeeld en ontstaan er allerlei bruggetjes naar mogelijkheden. “Wij geloven niet dat zoiets als ‘het’ verhaal van Zutphen bestaat, het zijn vele verhalen die de geschiedenis samen vertellen. En dan niet het verhaal van de blanke hoge heren, niet die van de politiek. Maar van het volk, het dagelijkse leven hier door de eeuwen heen.” “De historie van Nederland is niet de historie van Zutphen. Terwijl er in het westen van alles gebeurde, moest hier het gewone leven geleid worden. Men had geen idee wat daar allemaal gebeurde”, vullen ze elkaar aan. Ik denk even aan Oekraïne, de mensen daar hebben de bloederige oorlog straks in hun geschiedenisboek staan. Maar de geschiedenisboeken van hun buurland Rusland vertellen over een bevrijding. Zo wordt er geschiedenis gemaakt op de vierkante kilometer. Iedereen beleeft en beschrijft het anders.
Joep en Jesse zijn nu bezig met de randvoorwaarden te scheppen voor hun project. Er is nog geen vast omlijnd plan. Ze zijn op zoek naar verhalen en perspectieven. Ze willen gezamenlijk nadenken, misschien wel in groter verband, over wat geschiedenis is.
Canon
Jesse en Joep vertellen over het onafhankelijkheidsfeest te Zutphen van 1 t/m 6 juli in 1913: een feest ter herdenking van het 100-jarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden 1813 – 1913. “Voor dit feest werd ter opluistering een historisch deel van Zutphen nagebouwd. Maar groot was de ophef dat dit gebeurde door een timmerman uit Arnhem. Waarom had men daar geen Zutphense ondernemer voor gekozen? Het feest verliep desondanks prima en naderhand had niemand er meer bezwaar tegen. Wij vragen ons dan af: hoe ging men 100 jaar geleden om met geschiedenis?” vertelt Jesse.
Joep gaat nu drie dagen per week meelopen met Haafkens om te zien hoe alles werkt. Jesse sluit zich daar één dag per week bij aan. “Het concept canon, hoe kunnen we dat implementeren? Welke vorm gaan we het geven? Willen we een platform waarbij mensen kunnen meeschrijven en -denken over geschiedenis? Willen we er een wetenschappelijke onderneming van maken, een levendig en dynamisch gesprek tussen academici en lokale mensen?”
“We willen geen boekwerk of website die op zichzelf staat. We willen juist de publieke ruimte benutten. Die is hier interessant, die structuur van de stad is er al vanaf het jaar 900. En als we het ervaringsgericht opzetten? Als er een archeologische vondst is die we onderzoeken en dan samen met een groep mensen gaan uitzoeken of we dat voorwerp nu ook nog zouden kunnen maken op de manier waarop het toen gedaan was. Dan is het ervaringsgericht.”
Breed publiek
“We zouden kunnen werken met scholen, kan hier iets geleerd worden? Dan wordt het geheel niet zo statisch. We willen kritisch kijken naar de geschiedenis, vooral de lokale. Het wordt ook dynamisch: wij sturen aan, maar laten bij wijze van spreken groepen in wijken aan het werk.” Zo willen ze iedereen betrekken bij deze historische canon van Zutphen. “De gemeente zei dat we aan de slag konden en voorlopig zit er geen einddatum aan dit project”, vertellen ze nog tot besluit.
Als we afscheid nemen van elkaar begrijp ik dat we vast heel veel van deze creatieve en bevlogen jongemannen zullen horen. Zutphen zit zeker in hun bloed! Maar hoe ze het gaan oppakken, het is voor hen nog een uitdaging om de juiste vorm te vinden die past in deze nieuwe tijd.