Erfgoedvrijwilliger Monic Breed:
‘Waar komt het vandaan? Hoe is het gemaakt?’
Bij Erfgoedcentrum Zutphen werken vele vrijwilligers. Elke maand zetten we een van die steunen en toeverlaten in het zonnetje. Zoals deze maand Monic Breed. Sinds drie jaar is betrokken bij de uitwerking van vondsten.
“Waar komt dit vandaan? Wie heeft het gemaakt? Ik ben gewoon heel nieuwsgierig”, lacht ze. Toen ze, als lid van de Archeologische Werkgroep Apeldoorn, een lezing bijwoonde van ‘onze’ archeoloog Bert Fermin, werd ze direct enthousiast. “Ik vroeg of ze vrijwilligers zochten.” Ja dus. Met veel plezier verwerkt ze nu vondsten in Zutphen. “In Apeldoorn deed ik mee aan opgravingen, maar die vondsten gaan in een zakje en dan zie je er niets meer van. Ik vind het juist leuk om verder te kijken.” Die kans krijgt ze bij Team Archeologie in Zutphen volop. Ze begon met keramiek, glas, bot en aardewerk – destijds gevonden bij de opgraving bij Huis ’t Velde in Warnsveld. Ook nu liggen de tafels vol met de scherven. “Ze zijn van een opgraving van veertig jaar geleden, onder de C&A. Het waren heel veel scherven en Michel (archeoloog Michel Groothedde, red.) vroeg zich af of daar niet meer potten van te maken zouden zijn. En dat lukt”, vertelt ze enthousiast. “Het is veel puzzelen – hartstikke leuk."
Leer conserveren
Sinds kort is ze naast keramiek en aardewerk ook bezig met de conservering van leer. Om te laten zien wat dat inhoudt, trekt ze een schort aan: dit werk gaat gepaard met chemicaliën. “Een andere vrijwilliger heeft op een lijstje gezet wat er moet gebeuren met leer, dat stappenplan volg ik. En ik zoek ook veel op internet op.” Het maakt niet uit hoe oud het leer is, de verwerking blijft hetzelfde. “Eerst poetsen we het leer met water om de schimmel eruit te krijgen. Af en toe zit ik in een schoen te frutten waar veel prut in zit – dat is toch ook wel vies.” Maar met handschoenen aan, pakt ze het gewoon aan. Ze laat zakjes met zooltjes zien die ze net heeft verwerkt. Haar fantasie gaat erbij op de loop: “Waar komt die schoen vandaan? Wie zou hem hebben gedragen? Wie heeft het gemaakt? Ik ben ook altijd benieuwd naar het rapport waar de archeologen mee komen; dat van Huis ’t Velde heb ik ook helemaal gelezen. Nadat het leer een dag of zeven heeft kunnen weken in een schimmelwerend goedje haalt Monic het eruit voor de volgende fase: laten uitlekken en vervolgens in een badje met conserveringsmiddel, ‘PEG’ – een chemisch (maar niet gevaarlijk) goedje. “Ook dat laat ik na ongeveer een week uitlekken en als het daarna bijna helemaal ingedroogd is, wordt het door een andere vrijwilliger gefotografeerd, gaat het in zakjes, met luchtgaatjes zodat het kan blijven ademen. Om de drie tot vijf jaar worden de zakjes nog eens bekeken hoe de vondsten eruit zien.”
‘Breed geïnteresseerd’
Monic vindt elke stap interessant en ze wil graag alles weten over de vondsten. “Archeologie vond ik mijn hele leven al interessant. Ik bezoek graag tentoonstellingen en sites in het buitenland en tegenwoordig verdiep ik me ook veel meer in het materiaal.” Ze vervolgt vrolijk: “Mijn naam is Breed, maar ik ben ook zeer breed geïnteresseerd.”
Behalve dat ze het werk heel leuk vindt, vindt ze het ook fijn om onderdeel te zijn van Team Archeologie. “Liesbeth Schuurman plant het werk en houdt daarbij rekening met de vrijwilligers. Ze deelt het werk zo in, dat er een treintje ontstaat van alle stappen. Ik vind dat hartstikke leuk, je wisselt zo ook wel een en ander met elkaar uit. In mijn werk was ik vooral met mijn hoofd bezig, maar hier met mijn handen. Ook daar geniet ik erg van. En je kunt hier allerlei nieuwe dingen ontdekken, hier kan van alles, er is veel kennis en enthousiasme bij de archeologen en de vrijwilligers en je weet wat ze zeggen: ‘Scherven brengen geluk’.”