Erfgoedvrijwilliger Wilma Stokhuyzen: "Je moet wel bij blijven"

Wilma StokhuyzenIn de serie Erfgoedvrijwilliger maken we kennis met al die erfgoedvrijwilligers die zich in zetten voor (de erfgoedpartners van) het Erfgoedcentrum Zutphen én zien we wat er allemaal achter de schermen gebeurt. Deze maand vertelt Wilma Stokhuyzen over haar vrijwilligerswerk: “Als gastvrouw of rondleider ontmoet ik veel mensen en kan ik van toegevoegde waarde zijn.”

De wens van Wilma Stokhuyzen en haar echtgenoot was na hun pensioen in Zutphen wonen. Zeven jaar geleden maakten ze die stap vanuit Hilversum. “Omdat ik mensen wilde leren kennen zocht ik naar vrijwilligerswerk in de buurt. Op dat moment was de verbouwing van het nieuwe museum bijna voltooid en schreef ik een brief om eens te polsen.”

Interesse in geschiedenis

Wilma had de laatste jaren een administratieve functie op een Internationale school en een druk sociaal leven. De verhuizing maakte daar abrupt een einde aan. Haar interesse in geschiedenis bracht haar naar haar plek in Musea Zutphen.
“Een dagdeel per week ben ik gastvrouw in een kleine vaste groep. We wisselen elkaar af tijdens onze dienst. Wij verzorgen de werkzaamheden aan de balie, met kaartverkoop, maken mensen wegwijs in het museum en staan klaar voor een praatje. Sinds ik de cursus Zutphenkunde heb gedaan verzorg ik ook rondleidingen bij het Stedelijk Museum. Ik vertel dan over de geschiedenis van de stad. Dat doe ik niet op mijn vaste dag maar daarnaast.”
Wilma vindt het belangrijk om bij te blijven. Ze leest over historisch Zutphen en bezoekt bijeenkomsten en openingen in het museum om de gasten daarna zo goed mogelijk van informatie te kunnen voorzien.

Oude schoenen

“Als je me vraagt wat ik leuker vind, gastvrouw of rondleidster, dan zeg ik rondleidingen verzorgen. Gastvrouw zijn is enigszins een statische functie. Bij rondleidingen beweegt het. Er zijn geïnteresseerde mensen met vragen. Ik moest eens een rondleiding verzorgen voor een groep archeologen. Ik vroeg me af wat ik hen nu kon vertellen. Aangekomen bij een zaal met allerlei opgegraven potten, scherven en schalen in vitrines, leek er helemaal geen reactie te komen. Ik besloot om te vragen wat zij uit al deze vondsten nu zélf als archeoloog hadden willen opgraven? Hun antwoord verbaasde mij: vondsten die kapot zijn, zijn niet zo interessant. Terwijl ik het mooi vind, dat je vaak de lijnen kan zien waar het weer aan elkaar is gemaakt. Zij wezen naar een vitrine met oude schoenen, laarzen, gespen en spul van paardentuig, gevonden bij opgravingen aan de Apenstert. Op die plek had in de twaalfde of dertiende eeuw een schoenmaker gewoond. En toen werd die hele groep enthousiast. Dat was heel bijzonder! Ik heb vanmorgen een groep rondgeleid en dan vertel ik hun het verhaal van die archeologengroep en wijs naar de vitrine met schoenen.”
Wilma besluit met te vertellen dat ze haar vrijwilligerswerk echt leuk vindt. “Het is uitdagend als mensen je vragen stellen. Soms weet ik het antwoord niet, maar dan ga ik zoeken naar het antwoord en kom er op terug. Je moet wel bij blijven!”