Het archief van de Ida Gerhardt Poëzieprijs

0548 0015 Flyer PoeziedinerIda Gerhardt (1905-1997) is een grote naam in de geschiedenis van Zutphen. Ter nagedachtenis aan deze dichteres en winnares van de P.C. Hooft-prijs staat er een standbeeld op de IJsselkade, is er een straat naar haar genoemd en elke twee jaar is er de toekenning van de Ida Gerhardt Poëzieprijs. Sinds kort is de organisatie van deze prijs in handen gelegd van de Stichting Literair Zutphen. De stichting die daarvoor de Ida Gerhardt Poëzieprijs uitreikte en inmiddels is opgeheven, schonk het archief aan het Regionaal Archief Zutphen.

Nadat Ida Gerhardt op 15 augustus 1997 overleed, schonk erfgenaam Ad ten Bosch het archief aan het Stadsarchief Zutphen. Al snel ontstond het idee om ter ere van Gerhardt een prijs in het leven te roepen. Wethouder Yvonne van der Houwen was een van de initiatiefnemers. In februari 1998 besloot het college van Zutphen om een Ida Gerhardt-prijs uit te reiken. Of de prijs eenmalig of structureel uitgereikt moest worden, was aanvankelijk nog onduidelijk, want, zo was een van de bedenkingen: “Is een poëzieprijs niet een ‘te grote broek’ voor een provinciestadje als Zutphen?” Ondanks het feit dat er nog tal van andere overwegingen waren om de prijs wel of niet in te stellen en ook dat er in de krant kritische artikelen verschenen over het getalm, kon een commissie onder leiding van - inmiddels oud-wethouder - Yvonne van der Houwen in 1999 aan de slag met de voorbereidingen en het samenstellen van de jury. Al waren de commissieleden op persoonlijke titel aangezocht, de prijs was echt bedoeld als een gemeentelijke prijs.

De eerste prijsuitreiking

Op 10 maart 2000 reikte burgemeester Arnold Gerritsen de eerste Ida Gerhardt Poëzieprijs uit met een geldbedrag van 5000 gulden. Winnaar was Kees ’t Hart voor zijn dichtbundel Kinderen die leren lezen. Juryleden H.C. ten Berge en J. Bernlef roemden in het juryrapport ’t Harts kracht om “het alledaagse en onzuivere, het welhaast platvloerse en sentimentele [te plaatsen] in een bijzondere context, waardoor het banale, maar toch intense gevoel een ogenblik boven zichzelf wordt uitgetild”. Dichters Anna Enquist, Piet Gerbrandy en Gerrit Komrij droegen die avond in de Burgerzaal voor uit eigen werk.

Wat zit er in het archief?

Het overgedragen archief is erg beperkt in omvang en past precies in één archiefdoos van 15 centimeter breed. Van elk uitreikingsjaar is een map (“dossier”) aangelegd. Het dossier van de prijsuitreiking in 2000 is zijn geheel bewaard, ook met alle triviale administratie. Van de overige jaren is veel minder bewaard. Het meest boeiend is het dossier waarin de discussiestukken zijn opgenomen uit de jaren 1997-1999 over de instelling van de prijs. Een andere pikante discussie speelde zich af in 2010 toen Frits Bolkestein zich terugtrok uit de jury omdat hij zich niet kon vinden in prijswinnende dichtbundel van Alfred Schaffer. Volgens hem had Schaffers werk “bitter weinig te maken” met het werk van Ida Gerhardt. Bolkestein deed zijn beklag in de Volkskrant en een rel was geboren.

Het archief is geheel openbaar en kan worden geraadpleegd in de studiezaal van het Regionaal Archief Zutphen. Deze inventaris biedt een overzicht van de inhoud.

De afbeelding is een flyer van een Ida Gerhardt Poëziediner. In de even jaren werd de poëzieprijs uitgereikt. In de oneven jaren werd de belangstelling daarvoor warm gehouden met het Ida Gerhardt Poëziediner (bron: 0548-0015).