Erfgoedvrijwilliger René Haantjes: "Zolang ik het kan, blijf ik graven"

Bij Erfgoedcentrum Zutphen werken vele vrijwilligers. In deze nieuwsbrief willen we ze graag in het zonnetje zetten. We spraken met René Haantjes, actief bij archeologie.

Rene Haantjes spoelen van stenenAls je vrijwilliger René Haantjes vraagt waarom hij bij archeologie vrijwilliger is geworden dan komt er een heel verhaal los. Deze voormalige onderwijzer was eerder met pensioen gegaan om mantelzorg te verlenen. Toen deze taak na twee jaar was volbracht, restte er niets meer. “Geen werk, geen thuiskomen, niemand die komt vragen of ik kom buiten spelen.”
Niets om voor op te staan dus, of toch wel… Fietsen was en is een grote hobby en een half jaar lang trok hij op de fiets door Europa, maar daarna…? René was al eens met Michel Groothedde in contact gekomen en hij benaderde hem in 2016 met de vraag of hij iets voor archeologie kon betekenen. “Kun je met een schep overweg”, werd hem gevraagd en op zijn ‘ja’ mocht René meteen door naar de opgraving in de Halvemaanstraat. “Morgenochtend om 8 uur kun je starten”, was daar de boodschap toen hij weer had aangegeven met een schep te kunnen werken.

Graven als hoofdtaak

René heeft in dit graven, wat hij als zijn hoofdtaak beschouwd, veel plezier. “De spieren hebben in de loop van de jaren wel steeds meer hersteltijd nodig, maar zolang ik het kan, blijf ik graven. Daarnaast heb ik nog veel meer taken. Mijn vaste werkdagen zijn dinsdag en donderdag, maar ik kan me altijd afmelden als ik een fietstour maak. En als er graafwerk is, dan maakt het niet uit op welke dag ze me kunnen gebruiken.”

Hangplek voor ouderen

“De groep mensen waar ik mee en tussen werk is heel divers van pluimage. De archeologen zijn gewoon hartstikke aardige jongens, en er lopen hier ook veel jonge mensen rond, dat verlevendigt. Ik zeg wel eens: dit is een schitterende hangplek voor ouderen. Even terugkomend op het graven bij de Halvemaanstraat, al snel kwam de vraag op: wie woonden daar? Welke mensen, hoe zag die tijd eruit? De vervolgtaak is dan dat ik op verzoek van de archeologen onderzoek doe in het digitale Regionale Archief om dit uit te zoeken tot zover als dat maar kan. En de spullen die we tijdens de opgravingen gevonden hebben moeten natuurlijk worden schoongemaakt. Ik ben trouwens afwas-expert geworden. Je ziet soms gewoon dingen onder je handen verschijnen. Of ik ga muntjes fotograferen en in rubrieken in de computer invoeren. Allemaal werk dat ik hier op de locatie kan doen. Maar potscherven bij elkaar zoeken, dat gepuzzel is niets voor mij. Wat dan wel weer leuk is, is de tekencursus die de archeologen aan de vrijwilligers hebben gegeven. Hierdoor kunnen we de potten tekenen.”

14.000 jaar geleden

“Bij de opgraving op het oude jeugdgevangenisterrein werden stukken vuursteen ontdekt. Dat bleken gereedschappen te zijn van rendierjagers en dat haal je dan omhoog! Iemand heeft hier 14.000 jaar geleden met zijn handen aangezeten, en nu heb ik het in 2022 in handen!”

Resultaat in de ZAP

“Ik vind mijn vrijwilligerswerk heerlijk, heel relaxt hé? Je moet niet vandaag klaar zijn! Om mij heen zijn bevlogen werknemers en ook de vrijwilligers zijn leer- en nieuwsgierig. En het mooie aan de opgravingen is dat je weet wat er onder je voeten ligt, wat de geschiedenis is van wat we vinden. En als alles is afgerond, dan is er een publicatie waar alles wat we gevonden hebben in is vermeld. Je wordt van het begin tot het eind bij het project betrokken en in deze publicatie zie je dan dingen terug die je zelf hebt ontdekt of uitgezocht.”

Vandaag is een dag op kantoor en René Haantjes laat zien hoe hij een aantal stenen gaat wassen en samen met de kaart met opgravingsgegevens in een droogkast plaatst. Voorlopig is hij nog niet klaar met dit afwisselende werk. De archeologen vragen af en toe of hij komt buiten spelen, en dan pakt René de schep op en gaat weer mee op ontdekkingsreis!